In juli 2021 zorgde extreme wateroverlast in Duitsland, België en Limburg voor een snelle stijging van het waterpeil in de Maas en zijrivier de Roer. Dit zorgde in regio Limburg-Noord voor grote wateroverlast in de 13 gemeenten aan deze rivieren. In de leerevaluatie Hoogwater Maas en Roer staat wat er goed ging bij de bestrijding van het hoogwater afgelopen zomer en welke verbeterpunten er zijn voor de crisisorganisatie van Veiligheidsregio Limburg-Noord.
Hoogwater in de zomer
Het hoogwater in juli 2021 was een uitzonderlijke situatie, niet alleen de Maas maar ook de zijrivieren liepen vol. Door de extreme regenval in de Eifel, Ardennen en Limburg bereikten de Maas en Roer in korte tijd een uitzonderlijk hoog waterpeil, iets wat niet eerder voorkwam in de zomer. Dit bracht nieuwe uitdagingen met zich mee. Zo werden de uitwaarden gebruikt voor recreatie (campings) en het grazen van vee. Ook had de begroeiing, die normaal in de winterperiode minimaal is, invloed op de stroming en ruimte voor het water. Daarnaast zorgde het zomerse weer voor ramptoerisme. Het was ook de eerste keer dat de Maaswerken werden getest. Dit alles zorgde voor een ander hoogwater dan in 1993 en 1995.
Externe evaluatie
Het onderzoek naar de hoogwaterramp is extern uitgevoerd door het Instituut voor Veiligheids- en Crisismanagement (COT). Uit analyse van alle documenten, waaronder het belevingsonderzoek en lokale evaluaties van o.a. dorpsraden en vele interviews met betrokkenen hebben zij gekeken naar de uitdagingen die ontstonden bij dit hoogwater en de manier waarop de crisisorganisatie van Veiligheidsregio Limburg-Noord (VRLN) daarmee om is gegaan. De aanbevelingen worden door de veiligheidsregio en alle crisispartners gebruikt om van te leren en te verbeteren.
Houd zaken vast die goed verliepen
De crisisorganisatie maakte snel de inschatting dat de hoogwatercrisis steeds op meerdere plekken in een andere fase zou zijn. Deze keuze voor flexibele opschaling en lokale besluitvorming waar nodig werkte daarom goed, zo blijkt uit het onderzoek. “Het denken in scenario's tijdens de crisis zorgde ervoor dat we steeds vooruit konden werken,” vertelt Jac Rooijmans, directeur VRLN. “We informeerden de gemeenten over de verschillende hoogwaterscenario's waar zij rekening mee moesten houden. De gemeenten wisten vervolgens welke maatregelen hoorden bij welk scenario".
De regio investeerde in een capabele organisatie met uithoudingsvermogen door ook crisisfunctionarissen van buiten de regio in te zetten, om zo de eigen teams niet te zwaar te belasten. Deze mensen waren immers in de eigen gemeente hard nodig. Rooijmans kijkt dankbaar terug op de samenwerking met collega's uit het land: “Op onze vraag om ondersteuning werd hartverwarmend gereageerd. Omdat we werken volgens algemeen bekende standaarden konden collega's uit andere regio's meteen meedraaien en voelden ze zich thuis in onze teams. Zo konden onze eigen mensen met een gerust gevoel af en toe even rust pakken, wat ontzettend waardevol is in een crisis die dagenlange inzet vraagt.”
De afstemming van de communicatielijnen tussen regionaal en lokaal verliep goed, concludeert het COT. De veiligheidsregio communiceerde over het regionale beeld en deelde de kernboodschap en Q&A's die gemeenten zelf konden aanvullen en plaatsen op eigen kanalen. Dit kan verder verbeterd worden door de kennis van crisiscommunicatie in de gemeenten te vergroten en door steeds oog te houden voor de lokale verschillen en behoeften bij bewoners.
Verbeter de informatie
De evaluatie van het COT laat zien dat naast zaken die goed gingen, er ook punten van verbetering zijn. Zo kan de informatie over waterstanden, overloopgebieden en zwakke plekken met mogelijke maatregelen beter uitgewerkt worden. Dit begint met het samenvoegen van de beelden van Rijkswaterstaat en het Waterschap. Daarnaast is het belangrijk om deze informatie sneller en duidelijker te delen met gemeenten en inwoners. Bijvoorbeeld door niet te praten over de stroomsnelheid in m3, maar dit te vertalen naar hoe hoog het water komt. Maak een duidelijk plan voor het opstellen van een goed waterbeeld en mogelijke scenario’s van wat die waterstand per gemeente betekent, zodat de risico’s beter in beeld zijn en lokaal eerder passende maatregelen voorbereid kunnen worden.
Betrek inwoners bij verbetering van lokale plannen
Tijdens de hoogwatercrisis riep de voorzitter van de veiligheidsregio inwoners op om ook zelf maatregelen te nemen en elkaar te helpen. Hieraan werd massaal gehoor gegeven en deze lokale initiatieven werden waar mogelijk actief ondersteund. Regionaal en lokaal was er echter geen plan voor de inzet en coördinatie van burgerinitiatieven, zo blijkt uit de evaluatie. Daarnaast hadden de inwoners behoefte aan meer informatie over wat ze zelf konden doen. Het COT adviseert: Breid de huidige lokale hoogwaterplannen van de gemeenten uit met kaarten van evacuatiegebieden en heldere instructies waar inwoners bij een crisis mee aan de slag kunnen. Betrek dorpsraden, lokale ondernemers en verenigingen vooraf bij deze plannen, zodat saamhorigheid wordt versterkt en de initiatieven van inwoners meer effect hebben.
"Deze en ook de andere aanbevelingen uit de evaluatie helpen ons, om samen met onze crisispartners en gemeenten, onze regionale crisisorganisatie verder te verbeteren. De leerpunten uit deze evaluatie worden opgepakt door de operationele mensen in onze crisisorganisatie. Daarnaast zal het COT de verschillende hoogwaterevaluaties ‘op elkaar leggen’ om zo de gezamenlijke leerpunten nog beter in beeld te brengen,” besluit Rooijmans.